In maart hebben we de Buxushaag in de kruidentuin rigoureus gesnoeid. Wel even slikken als je het resultaat ziet. Sommige stukken zien er behoorlijk kaal uit. “Der Lebensbaum ist tod” was dan ook een van de eerste reacties van een (Duitse) bezoekster en haar gezin. Ik heb haar uitgelegd dat met het nodige geduld (en dat hebben we immers in een kloostertuin) het vanzelf weer groen wordt. (Overigens bedoeld ze met een Lebensbaum een Thuja en geen Buxus)
Palmboompje, buksboompje, bukspalm, heggenpalm, palmei, paasboom en paashout zijn enkele van de namen welke aan de buxus wordt gegeven.
Zoals enkele Nederlandse benamingen al aangeven speelt Buxus een belangrijke rol bij de paasviering.
Palmpasen
De laatste zondag in de Veertigdagentijd is Palmzondag, ook wel Passiezondag of Palmpasen genoemd en is de eerste dag van de Goede Week. Dit is de week die voorafgaat aan Pasen, lopend van Palmzondag tot en met Stille zaterdag. Deze week, die eindigt in de paaswake, staat geheel in het teken van Christus' lijden en sterven. De Kerk viert dan de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem. Op de drempel van het paasfeest wordt herdacht dat Jezus, gezeten op een jonge ezel, zegevierend door een jubelende menigte werd onthaald. De mensen bedekten de weg voor hem onder meer met de takken van palmbomen.
De intocht in Jeruzalem wordt in de christelijke traditie gevierd met een Processie. Die was, blijkens pelgrimverslagen, al in de 4e eeuw in Jeruzalem ingeburgerd. De palmpasenprocessie vond langzaam maar zeker ook in het Westen ingang, het eerst in Spanje in de 7e eeuw, en stond tot aan de Reformatie in hoog aanzien.
In de huidige viering van Palmzondag neemt de processie nog altijd een centrale plaats in. Het missaal schrijft voor dat de gelovigen bijeenkomen in een bijkerk, kapel of andere geschikte plaats, liefst buiten de kerk. De palm- of buxustakken die de gelovigen in de hand hebben worden vervolgens gezegend en besprenkeld met Wijwater. Na de lezing uit het Evangelie en een eventuele Homilie begint de processie naar de kerk, met een kruisdrager en eventueel een wierookdrager voorop, gevolgd door de priester en de gelovigen die de takken meedragen.
De gewijde takken worden na de viering door de gelovigen mee naar huis genomen, waar ze doorgaans in de Crucifix worden gestoken. Reeds lang bestaat de overtuiging dat er van de gewijde takken een beschermende werking uitgaat op huis en haard.
Iemand die ons bezig zag met de Buxus vertelde mij dat ze vroeger bij hem thuis met de gewijde buxus takken door het huis liepen als het begon te onweren. Ook ’s nachts. De kinderen werden dan gewekt en liep zijn moeder met de gewijde takjes door het huis om zo een goede afloop van het onweer te bewerkstelligen. Blijkbaar heeft het wel geholpen.
Geschiedenis
Buxushout werd in het verre verleden al verwerkt in allerlei gebruiksvoorwerpen waaronder mesheften, eetgerei en dam- en schaakstukken. Het hout is zeer duurzaam en werd dan ook veel gebruikt in meubelindustrie de om er poten voor tafels van te maken. Het materiaal leent zich bij uitstek voor de houtsnijkunst. Als het buxushout goed wordt opgewreven krijgt het zijn speciale kleur. Reeds in de Romeinse tijd werden gesnoeide buxusvormen in tuinen toegepast. Vooral diervormen werden er gebruikt.
Het vormen van buxus is dus niets nieuws. In de middeleeuwen gebruikten ook de monniken buxus in hun kloostertuinen. Zij verbouwden kruiden in rechthoekige bedden welke ze omzoomden met lage buxusheggetjes. In de zestiende en zeventiende eeuw werd buxus veel gebruikt in Italiaanse Renaissancetuinen en Franse baroktuinen van de grotere landgoederen. Er werden ingewikkelde haagpatronen aangelegd. De bodem tussen de haagjes werd toen vooral bedekt met gekleurde stenen en grind. Later werden de ruimtes ingeplant met perkplanten.
Vanuit de bovenste verdiepingen van de gebouwen (kastelen) op het landgoed kon men dan boven op de fraaiste buxuspatronen kijken. Een prachtig voorbeeld hiervan in ons eigen land is de gerestaureerde paleistuin van Paleis het Loo (Apeldoorn).
Tot voor enkele jaren terug werd vooral de Buxus sempervirens gebruikt om de hagen en figuren te vormen. Tegenwoordig zijn er meer dan 100 variëteiten beschikbaar en komen ook in de tuincentra naast de min of meer alom bekende en gebruikelijke Buxus sempervirens ook van tijd tot tijd verraste nieuwe variëteiten naar voren.
Enkele Buxussoorten
VerzorgingNaast het minimaal twee keer knippen per jaar, in mei en september, is de buxus ook een hongerige plant. Je kunt gebruik maken van langzaamwerkende meststoffen welke in het vroege voorjaar gegeven moet worden. Organische mest moet zeker twee keer per jaar in februari en juni, worden toegediend.
Ook kun je de in de handel verkrijgbare speciale buxusmest gebruiken. Geef ook in het najaar een kalkbemesting bv. Dolokal. Omdat buxus nogal oppervlakkig wortelt, mag er niet teveel worden geharkt en grond worden losgemaakt. Probeer ze onkruidvrij te houden door te wieden. Buxus groeit bijna overal, in de volle zon of in de schaduw. Zorg er wel voor dat de grond niet uitdroogt.
Tijdens droogte dus geregeld water geven!
Snoeien
Vanaf mei tot eind juni is het moment om buxus voor de eerste keer te snoeien. De tweede snoei kan dan best volgen vanaf half augustus tot oktober.
Voor het snoeien van buxus wacht je het best op een bewolkte dag om verbrandingsverschijnselen te voorkomen. Enige dagen achter elkaar bewolkt weer is nog beter.
Na het snoeien hebben de bladeren open wondjes waarlangs bij warm weer veel water kan verdampen. De bovenste bladeren drogen dan uit en kleuren geelbruin en verdorren wat de buxus een stuk minder mooi maakt. Aangezien buxus niet zo snel groeit, zal het een heel tijdje duren voor de haag weer mooi is. De beschadigde bladeren zullen na enkele weken afvallen waardoor je na enige tijd op een haag met kale toppen kijkt. Het oogt niet mooi, maar voor de buxus zelf kan het geen kwaad en na enkele weken zullen nieuwe frisgroene scheutjes en bladeren te voorschijn komen. Voorkomen van verbranding is echter beter dan wachten op jong blad.
Om de snijwonden zo gaaf mogelijk te maken gebruik je best een goed geslepen heggenschaar.
Indien de zon de dagen na het scheren toch vrij hevig en fel is dan kun je alsnog de buxus afdekken met een vliesdoek of regelmatig nathouden.
Ziekte
Onlangs verscheen het bericht dat een deel van de 27 kilometer lange buxushagen bij paleis het Loo aangetast zijn door een schimmelziekte.
Er komen twee verschillende schimmels voor namelijk Cylindrocladium buxicola en Volutella buxi.
Beide schimmels veroorzaken blad –en taksterfte.
Deze ziektes zijn bij een correcte behandeling goed onder controle te houden. Wanneer er bij aantasting echter geen behandeling wordt uitgevoerd, kan de schade enorm zijn. Dit schadebeeld begint meestal met enkele kleine plekken om dan het tweede jaar uit te groeien tot grote aangetaste vlakken. Voor particulieren zijn echter onvoldoende goede middelen beschikbaar. Preventie is daarom belangrijk.
Door een aantal gepaste maatregelen kan de ziektedruk sterk verminderd worden.
Bronnen:
Nico Rookmaker
1 april 2010