Klooster Ter Apel Anno 1465, gelegen op een beboste zandrug langs de eeuwenoude handelsroute van Münster (D) naar de stad Groningen, is een van de weinig overgebleven middeleeuwse plattelandskloosters in Noordwest Europa; het enige nog bestaande in de provincie Groningen.

Medio 15de eeuw schonk Jacobus Wiltingh, telg uit een boerenfamilie te Onstwedde, zijn landgoed Apell aan de reguliere kanunniken van de Orde van het Heilig Kruis, tot op de dag van vandaag bekend onder de naam Kruisheren. Bij de officiële stichting van het klooster in 1465 was de bouw reeds in volle gang en die zou uiteindelijk 100 jaar in beslag nemen.

Voor doortrekkende reizigers en pelgrims was het klooster een plaats van gastvrijheid en toewijding. Het traditionele kloosterleven duurde maar tot 1593. Het statige gebouw onderging vele aanpassingen, en had allerlei functies. In opdracht van de stad Groningen werden de kerk en het conventgebouw in het begin van de jaren dertig van de 20e eeuw gerestaureerd.