Homepage / Historie / So ging dat... / Verhalen / Deel IV - Ruiten A (vervolg)

Deel IV - Ruiten A (vervolg)

Waar nu het recreatie- en dierenpark Wonderwereld is gesitueerd, lag vroeger het voetbalveld van S.T.A. en daarvoor was het weiland. Het werd verhuurd aan Harm Kuper, ik heb hem nog gekend. Wij noemden hem Houd Haarm, omdat hij altijd een hoed droeg. Mensen met dezelfde naam hadden bijnamen, anders kon men ze niet uit elkaar houden.

Door de uiterste noordwesthoek van Wonderwereld heeft de Ruiten A gestroomd. In mijn jeugd voeren wij er met een vlot. Je kon een stok met gemak 2,5 m diep in de blubber steken zonder de bodem te raken. De hemen van de Schotslaan aan de westzijde lopen van de straat naar achter wel 70 cm af naar de plek waar het riviertje gelopen heeft. Velen weten precies waar de voormalige meanders van de A liggen. Men heeft vaak geprobeerd er te bouwen, maar men kwam dan steeds op ongeveer 3 meter diep uit voor men vaste grond had. Dus dit gedeelte van de Ruiten A is al 500 jaar afgesloten en dicht gegroeid. Ook bij het aanleggen van het Stadskanaal is er veel vergraven en dichtgegooid.

Kaart van verdeling gronden Ruitenbrook (1788)

Kaart van verdeling gronden Ruitenbrook (1788)

Op het kaartje zien we de Ruiten A aan de oostzijde in de Molen A stromen. Dit kan onmogelijk kloppen omdat er tussen het Broekland en de Poortweg een tange (hoogte) ligt. Dat zien we aan de nieuwe bosbeek.

Het huidige Rütenbrock ontstond in 1788. Toen verlote Maximiliaan Frans Kurfürst zu Köln, stichter van de Veenkolonies in Duitsland, 90 plaatsen: op de Hahnentange, Billerei, Barnflair, Rütenbrock, Lindloh en Schwartenberg. Van heinde en ver waren ze gekomen (uit Holland, Purmerend en ook uit Brabant). De 90 plaatsen werden in erfpacht uitgegeven. Velen gingen met dezelfde gang weer huiswaarts. Alles was wild, woest en ledig. Veen en heide, het moest allemaal nog ontgonnen worden.

De beste gronden, weilanden, lagen op de Hahnentange, Barnflair en Billerei. Het gebied waar de Ruiten A ontsprong werd weidegrond. Het hout uit het Ruitenbos werd gebruikt voor het bouwen van huizen en boerderijen. De boeren kregen 20 vierup (1/4 ha = 1 vierup) akkerland en 43 vierup weideland; tezamen 63 vierup voor 37 gulden en 16 stuiver. Dat was de pacht per jaar. De pachters werden allen met naam genoemd. De ligging van de gronden vindt je praktisch nergens terug behalve op de Billerei waar de gronden genummerd zijn. Dat is heel interessant omdat het onze visie op de Ruiten A bevestigt, want op plaats 32/36 staat geschreven: Boven de Rüten, voor de Rüten en Hinter de Rüten (Rüten = Ruiten).

Deel van resultaat verloting gronden Ruitenbrook (1788)

Deel van resultaat verloting gronden Ruitenbrook (1788)

Omdat de Ruiten A afgesloten was probeerde men het water toch onze kant heen te lozen. In 1687-1688 waren de leidijken aangelegd. En er was dijkbewaking. Er was een klein fort, een schans, bemand door soldaten die hun slaapplaats in Klooster Ter Apel hadden.

De boeren hebben een brede sloot van de Hahnentange naar de Eems gegraven, maar die sloot was 10 jaar later alweer verzand door te weinig stroming. Doordat hier veel land vergraven is vind je van de Ruiten A niets terug. Een van de boeren had nog een stenen vuistbijl op de Billerei gevonden en andere stenen voorwerpen. Op sommige plekken in het land zie je nog de laagten waar de Ruiten A gelopen heeft. Het laagste punt van het landschap was achter de dijk bij de polderputten, daar is ook de dijk het hoogst, omdat daar het meeste water naar toe stroomde.

2024 © Museum Klooster Ter Apel
Boslaan 3-5, Ter Apel [NL]   Tel. +31 [0]599 581370   info@kloosterterapel.nl
Twitter Facebook Instagram
privacy  |  cookies  |  links  |  contact  |  mobiel
Klooster Ter Apel
Boslaan 3-5
Postbus 139
NL-9560 AC Ter Apel
Tel. +31 [0]599 581370
Fax. +31 [0]599 587140
www.kloosterterapel.nl
info@kloosterterapel.nl