Vandaag was het prachtig weer. Ideale omstandigheden om een ochtend op de knietjes in alle rust onkruid te wieden. Met z’n vieren hebben weer een aantal vakken onder handen genomen. Gelukkig had Geja deze week al een aantal van haar vrije uren besteed om de vakken 3 en 4 minutieus aan te pakken. Bijna alle vakken zijn nu zeer toonbaar en hebben de kruiden weer het rijk voor zichzelf. Een aantal staan reeds prachtig in bloei. Daaronder het vrij onopvallende Echt lepelblad (Cochlearia officinalis). De Nederlandse naam is ontstaan door de vorm van de bladen. Cochlearia komt uit het Latijn (cochlear) en betekent lepel. Officinalis betekent geneeskrachtig.
Al in de 16e eeuw werd door schippers uit met name de Scandinavische landen het Echt lepelblad op lange zeereizen meegenomen als geneeskrachtig kruid. Men wist toen nog niet waarom, maar door de bladeren van dit plantje te eten kon men scheurbuik (scorbuut) voorkomen. Het was overigens ook ongeveer het eerste plantje dat ze tegenkwamen als ze na een zeereis aan land kwamen omdat Lepelblad op de zilte bodem langs de kusten van West- en Noord Europa groeit. Nu weten we dat de geneeskrachtige werking door het hoge vitamine C gehalte komt. Het is familie van de Mierikswortel. Qua bloei lijken ze ook heel erg op elkaar.
Dodoens schreef in de 16e eeuw het volgende over Echt lepelblad:
‘Lepelcruyt in water ghesoden es seer goet tseghen die vuyle sweeringhen, gheladenheyt ende slijmicheyt des monts ende tseghen dat scoorbuyck, als die mont daer mede dicwils ghespoelt wordt. Lepelcruyt met azijn vermenght ende op tlichaem ghestreken verdrijft die witte ende swerte vlecken die op tlichaem comen ende dat sproet. Tselve doet oock dit cruyt ghestooten, alleen daer op ses uren lanck gheleyt als die vlecken met gersten meel daer naer bestreken worden.’
Jan van Riebeeck stichtte in 1652 de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika. Hij liet er ook tuinen aanleggen om onder meer Lepelblad te verbouwen om mee te nemen op de VOC schepen. Echt lepelblad bevat naast vitamine C ook mosterdolieglycosiden. Deze stoffen hebben een sterk desinfecterende werking. Het wordt onder meer als mondwater (Lepelbladspiritus of Geest van Lepelblad) toegepast tegen aften en bij tandvleesontsteking. Verder activeert het de stofwisseling en heeft het een positieve invloed op de werking van lever en gal.
Nico Rookmaker
» Bekijk de Kruidentuin op de 3D-plattegrond