locatiePriorkamer 3D-plattegrond
datum12.12.2006 - 15.04.2007
Religieuze kunst van de orde der karmelieten
Geen enkel kunstambacht heeft door de eeuwen heen zozeer tot de verbeelding gesproken als dat van de edelsmid. Dit hangt ongetwijfeld samen met de aantrekkingskracht die goud en zilver uitoefenen. De glans en de betovering hiervan straalden af op de maker. Kerken en kloosters waren gedurende vele eeuwen de belangrijkste opdrachtgevers. Zij hadden vooral veel objecten voor de eredienst nodig, het zogenaamde liturgische vaatwerk.
Tijdens de katholieke eredienst worden vaak fraai gedecoreerde zilveren objecten op en rond de altaartafel gebruikt. Het belangrijkste moment van die eredienst is de consecratie - het moment waarop de wijn en het brood veranderen in het bloed en het lichaam van Christus.
Uit ampullen, kleine kannetjes, schenkt de priester wijn en wat water in een kelk. Tijdens de consecratie worden de hosties op een pateen gelegd, een schaaltje dat op de kelk kan liggen. Na de consecratie worden de hosties bewaard in de ciborie, een beker met deksel, die in het tabernakel wordt geplaatst. De hosties worden aan de parochianen uitgedeeld vanuit de ciborie of de communieschaal. Een geconsacreerde hostie kan worden uitgesteld in een monstrans; daarin kan hij ook worden meegedragen tijdens een processie. De grote hostie voor de monstrans wordt bewaard in de pyxis, een met een deksel gesloten doosje.
Tijdens de eredienst wordt wierook, geschept vanuit een scheepje, gebrand in een wierookvat. De rook die zich ontwikkelt is het symbool van het gebed dat opstijgt naar God. Op en rond het altaar staan kandelaars waarin kaarsen worden gebrand, als symbool van het eeuwige licht. Wanneer mensen door ziekte niet in staat zijn de eredienst bij te wonen, kan een priester hen thuis bezoeken. De heilige communie wordt in een custodia, een kleine metalen doos (ook ziekenbusje genoemd), mee naar de zieken genomen. De priester kan de hosties ook meenemen in een miniatuurciborie. Voor de ziekenzalving maakt hij gebruik van twee kleine zalfvaatjes; een met ziekenolie (O = oleum infirmorum) en de ander met heilige zalf (C - chrisma).
De objecten zijn afkomstig uit de collectie religieuze kunst van de Nederlandse provincie van de orde der karmelieten. Bijzonder fraaie bruiklenen die ons laten zien wat er bijvoorbeeld tijdens de eredienst zoal ter tafel komt.